woensdag 27 juli 2016

La vie est belle… -- EWA bijeenkomst 30 juli 2016

De naweeën van twee wereldoorlogen zijn nog maar nauwelijks verstomd in het Parijs van 1948. De straten liggen er leeg bij, de winkels matig bevoorraad. De wereld is aan een nieuwe impuls toe. Frankrijk, Parijs, het zesde arrondissement, Rue de Seine en de daarin gevestigde Ceinturerie ook. François l’ Oiseau, eigenaar van het familiebedrijf, heeft een maand geleden afscheid genomen van Jasmin, een destijds nog door zijn vader aangenomen winkeljuffrouw. Jasmin, twintig jaar ouder dan François, is met pensioen. Haar vervangster heet Edlynne en zij is op haar beurt weer twintig jaar jonger dan François. In alle opzichten is Edlynne anders dan Jasmin. Ze is jong, vrolijk, optimistisch, lang en slank, donkerblond met groene ogen en zij bruist van de energie. Energie die François nodig heeft om niet in te kakken en samen met de hele winkelvoorraad te verstoffen.

In het quartier Pigalle vermaakt Edlynne zich perfect in de weekenden. Ze is kind aan huis in de vele etablissementen die ‘duistere’ achterkamertjes hebben waar ‘rare’ dingen gebeuren. Waar mannen en vrouwen zich in kleding van uiteenlopende materialen tonen of in die van de andere sekse. Waar mannen mannenliefde zoeken of vrouwen juist vrouwenliefde. Waar vraag en aanbod van ongebruikelijke seksuele wensen en voorkeuren elkaar kunnen treffen. Allemaal in het geniep, onzichtbaar voor de onwetende buitenwereld. Edlynne speelt daar graag. Met mannen die door vrouwen òf vernederd, òf vastgebonden, òf geslagen willen worden. Of dat misschien zelfs wel “èn, èn, èn”. Ook bedient zij vrouwen die zulks willen ondergaan, of die dat juist een vrouw aan willen doen. De werken van Leopold von Sacher-Masoch worden, nog geen eeuw nadat zij aan het papier werden toevertrouwd, in de achterafkamertjes en masse in de praktijk gebracht. Het heeft als prettige bijkomstigheid dat de vraag naar gereedschap is gestegen. Gereedschap in de vorm van allerhande middelen om iemand ergens aan vast te kunnen maken bijvoorbeeld. Touwen maar ook riemen vinden gretig aftrek bij de lokale middenstand. De winkel van François plukt hier tot nu toe niet de vruchten van. Toch zag Edlynne onmiddellijk de potentie van een winkel als de Ceinturerie toen ze daar kwam solliciteren. Nu is het alleen zaak om François de ogen te openen voor deze vreemde maar lucratieve markt.

Tegen het middaguur komt Edlynne, vrolijk als altijd, via de achterdeur de winkel binnenlopen. Het is maandag en de winkel gaat pas na het middaguur open.
“Monsieur François… Een welgemeend goedemorgen!”
“Hallo Edlynne, goed weekend gehad?”
“Zeker monsieur, dank u wel. Al is mijn derrière nog wel wat gevoelig.”
“Pardon?”
De verbazing is van François’ gezicht af te lezen. Hoorde hij haar het woord ‘derrière’ bezigen? Parbleu!
“Ja monsieur, mijn billetjes zijn nog gevoelig,” fluistert ze als ze vlakbij is en hem met haar glinsterende groene pretogen aankijkt, “en u wilt vast weten hoe dat komt.”
Stamelend weet hij uit te brengen dat dat niet het geval is.
“Oooh, maar monsieur François…. U hoeft daarover niet tegen mij te jokken. Ik heb al heel veel mannengezichten gezien. Mannen als u, die het ene zeggen maar het andere denken.
En ik wéét, monsieur, ik weet wat u denkt.”
Het schaamrood stijgt François nu naar het hoofd. Enerzijds omdat zij zijn geveinsde verontwaardiging onmiddellijk doorhad en anderzijds vanwege het voor deze eeuwige vrijgezel toch wel onwennige gespreksonderwerp.
“Ik wil u graag een schets laten zien, monsieur. Op die schets staat een… uh… een kostuum. Gemaakt van leren riemen. Ik zou van u graag willen weten of u een dergelijk iets kunt maken.”
“Een kostuum? Van riemen?”
Opnieuw laat de verbazing zich niet verhullen bij François. Edlynne opent haar tasje en haalt de tekening tevoorschijn. Zij vouwt het papiertje open en geeft het aan François. Bij het zien van de tekening valt zijn mond open. Zijn ogen schieten heen en weer tussen het plaatje en Edlynne’s gezicht.
“Maar…maar…dat is helemaal geen kostuum. En zij heeft geen eens kleren aan!”
Het komt er plompverloren uit en Edlynne schiet eventjes in de lach.
“U heeft helemaal gelijk, monsieur. Maar kunt u het wel maken?”
“Maken? Ja natuurlijk kan ik dat wel. Ik ben een vakman, juffrouw! Maar zulke vulgaire zaken wil ik niet maken.”
“Ook niet als ik u zeg dat u het kunt verkopen voor vijfenvijftigduizend frank?”
“Vijfenvijf…?! Maar ik zeg je toch dat ik ze niet ga maken!”
Ogenschijnlijk verontwaardigd propt hij de tekening terug in Edlynne’s handen.
Hij opent zijn mond om nog wat te zeggen, maar op dat moment kondigt de winkelklok met twaalf melodieuze gongslagen het middaguur aan.
“Uh... je mag de winkeldeur openen, Edlynne. Nu meteen!”
Hij wijst naar de winkeldeur, alsof Edlynne niet zou weten waar die zich bevindt.

De rest van de dag komen ze allebei niet op het onderwerp terug. De aanloop is de hele middag minimaal. Als de winkel aan het einde van de dag weer gesloten is, komt François onverwachts toch op het onderwerp van hun discussie rond het middaguur terug.
“Hoe weet een juffrouw als jij nu van dat soort zaken, Edlynne? Dat wat je mij liet zien vanochtend.”
“Het is een lang verhaal, monsieur. Maar laten we zeggen dat ik blij ben dat ik ervan afweet. Het heeft mijn leven rijker en interessanter gemaakt.”
François zucht en schudt meewarig zijn hoofd.
“Wat is hemelsnaam het nut van zo’n… kostuum… zoals jij het noemt?”
“Dat, mon cher monsieur François, laat zich het beste in de praktijk uitleggen. Als u aanstaande zaterdagavond vrij wilt houden, zal ik het u laten zien.”
Nog voordat François na heeft kunnen denken over dit hoogst ongebruikelijke aanbod wenst Edlynne hem een fijne avond. Ze verlaat de winkel even opgewekt als zij hem ’s morgens had betreden en ook nog eens via dezelfde deur.
De rest van de werkweek komt het onderwerp ook niet meer ter sprake. Wel spookt het bij François al die tijd door zijn hoofd. Iets in dat plaatje heeft hem gechoqueerd, maar dan wel op een prettige manier.

Zaterdags is de winkel slechts tot het middaguur geopend. Edlynne begint de dag meteen al door François te herinneren aan haar voorstel. Hij geeft aan er nog geen tijd voor te hebben gehad om erover na te denken. Iedere keer als zij -al dan niet toevallig-  die ochtend oogcontact hebben, glisteren haar ogen alsof zij alweer weet wat het antwoord van François zal zijn. Pas als de winkeldeur weer op slot gedraaid is en er geen klanten meer binnen kunnen komen, komt het hoge woord eruit bij François.
“Edlynne, ik heb dingen te doen vandaag. Wat ben je precies van plan mij vanavond te laten zien?”
“Monsieur François, ik wil u meenemen naar een plek waar dromen waarheid kunnen worden. Waar niets gek of abnormaal is, waar alles discreet en met respect gebeurt. Waar meisjes rondlopen, slechts gekleed in zulke riemen als op dat schetsje of nog veel minder. Waar je vrij kunt zijn. Echt vrij in je doen en laten. Waar je je fantasieën de vrije loop kunt geven. Wàt je ook in je stoutste dromen bedacht hebt, je zult zien dat je niet de enige met zulke wensen of gedachten bent. Waar je beseft dat raar niet bestaat, alleen variatie. Waar eenzaamheid in rook opgaat en plaats maakt voor verbondenheid en vriendschap. Misschien zelfs wel voor liefde.”
De blik in François’ ogen wordt een beetje wazig. Zijn mond droog. Edlynne ziet hem slikken zoals ze zo velen vóór hem heeft zien slikken. Van verbazing, van ongeloof, van pure euforie, van…van alles eigenlijk. Zo ook heeft ze mannen en vrouwen in huilen uit zien barsten. Omdat zij eindelijk beseften niet de enige op deze wereld met bepaalde wensen, behoeften of fantasieën te zijn. Die in zo’n geheim kamertje midden in het quartier mogen voelen wat ze altijd al hebben gevoeld maar ver weg hadden gestopt. Die beseffen dat de façades waarachter vele mensen zich verschuilen misschien wel soortgelijke behoeften voor de godvrezende buitenwereld afschermen.
“Waar en hoe laat?” is het enige dat hij na een kort stilzwijgen vraagt.

De hemel is al donker als François en Edlynne elkaar op de afgesproken plaats en tijd ontmoeten. François is duidelijk gespannen en Edlynne probeert hem op zijn gemak te stellen.
“Ik weet zeker, François, dat je een geweldige avond zult hebben. Uiteraard blijf ik de hele tijd bij je. Als je dat wilt natuurlijk. Kom, dan gaan we daar naar binnen.”
Edlynne wijst naar een uiterlijk onopvallend kroegje dat de naam ‘Chez Josephine’ heeft. Josephine zwaait er al jaren de scepter niet meer, maar dat verhindert niet dat Edlynne en haar patron met alle egards worden ontvangen. Na een kalmerend glaasje wijn aan de bar genuttigd te hebben smoest Edlynne even met de bartender. Zijn blik kruist die van François dan kijkt hij Edlynne weer aan en maakt dan een beweging met zijn hoofd. Edlynne wenkt François en samen stappen ze achter de toog om vervolgens een deur door te gaan. Ze komen in een halletje waar drie deuren op uitkomen en een opening met een trap naar boven.
“Momentje monsieur François.”
Een tel later klinkt het geluid van een zoemer. Op dat moment pakt Edlynne de deurkruk van de deur rechts van hen en opent hem.
“Kom maar achter mij aan, maar sluit wel de deur goed achter je.”
Achter de deur bevindt zich een trap die naar beneden, naar het souterrain, leidt. Zodra François de deur achter zich dicht doet klinkt weer het geluid van zojuist en wordt de deur elektrisch vergrendeld. Onderaan de trap opent Edlynne een volgende deur. Deze geeft toegang tot een lange gewelfde gang die zich over een aanzienlijke lengte uitstrekt.
Aan weerszijde van de gang bevinden zich eveneens gewelfde ruimtes, die soms met gordijnen, soms met een deur of een enkele keer zelfs met tralies afgesloten zijn. De gang is schaars verlicht met gloeilampen op plaatsen waar heel vroeger misschien fakkels of kaarsen hebben gehangen.
Er dringen geluiden François’ oorschelp binnen die hem mysterieus en onbekend voorkomen. Een man, gehuld in een zwart leren broek en dito vest, komt naar hen toegelopen. Zodra hij Edlynne herkent verschijnt er een grote lach op zijn gezicht.
“Hoi lieve schat… Wat zie ik? Heb je gezelschap bij je vandaag?”
“Voor de verandering kom ik eens niet alleen, Gustave. Weet jij of Claire al binnen is?”
“Ja ik heb haar gezien, ik denk dat je haar bij het schandblok kunt vinden,” antwoordt Gustave terwijl zijn hand in de richting van een van de ruimtes wijst. Edlynne pakt François bij zijn mouw en trekt hem mee. Ze stoppen voor dikke zwarte velours gordijnen die de aangewezen ruimte aan het oog onttrekken.
“Claire, ben je hier?” zegt Edlynne op een gedempte toon.
Een paar tellen later verschijnt er een hoofd tussen de gordijnen. Een gulle lach siert het gezicht zodra ze Edlynne ziet staan. Dan stapt de vrouw de gang in en laat daarmee François’ hart een slag overslaan. De vrouw gaat gekleed als het figuurtje op de tekening. De dames zoenen elkaar op de wangen. Dan neemt zij met een frons boven haar ogen François van boven tot onder in haar op.
“Heb je een introducé meegenomen meisje?”
“Zeker Claire. Dit is de man van de ceintuurwinkel waarover ik verteld heb,” antwoordt Edlynne.
Nog steeds enigszins verbouwereerd blijft François haar zwijgend aankijken, waarop Claire haar hand dan maar uitsteekt en zichzelf voorstelt.
“En hoe mogen wij jou noemen?” vraagt zij aan hem.
Verbaasd over haar vraag kijkt hij Edlynne aan, die hem te hulp schiet.
“Meneer hier wil graag Tédécé genoemd worden,” besluit zij, nadrukkelijk knikkend in de richting van François.
Een kort knikje met zijn hoofd in de richting van Claire bevestigt dit, al weet hij zelf even niet wat Edlynne bedoelt. Claire helaas ook niet, dus vraagt zij het aan François.
Opnieuw helpt Edlynne hem uit de brand en voert het woord.
“Maar Claire, Tédécé staat natuurlijk voor travailleur du cuir. Meneer’s vakgebied.”
“Aaah, monsieur Tédécé! Nu valt het muntje bij mij pas,” lacht Claire.
“Wat vindt u van mijn robe des ceintures?” vraagt zij terwijl zij elegant om haar as draait zodat François de achterkant ook kan bekijken.
Voor het eerst kan François ongegeneerd naar de ‘jurk van ceintures’ kijken. Verschillende horizontale riemen omsluiten haar bovenlichaam en komen samen aan de voorkant.
Haar tepels zitten netjes verstopt achter een van de riemen. Aan de riem rond haar heupen is dunne leren franje aangebracht, waardoor het slecht te zien is of zij een broekje of iets dergelijks eronder draagt. Op de rug zijn de riemen door middel van dunne metalen ringen met elkaar verbonden en glijden daardoor niet van haar romp.
“Het staat u werkelijk fantastisch, Claire,” klinkt het wat hees uit François’ keel. Dan met een wat vastere stem zegt hij: “Maar de kwaliteit kan beter. Mag ik?”
Met een handgebaar in de richting van Claire’s kledingstuk geeft François aan iets te willen laten zien. Een knikje van Claire is genoeg om François het vertrouwen te geven dat hij verder mag gaan.
“De naden lopen niet mooi parallel. Kijk, hier niet en hier ook niet. Dit leer had nooit zo gesneden mogen worden. Leer dien je met de nerf mee te snijden,” vertelt hij zo kalm en vakkundig als hij kan terwijl zijn vinger nerveus trillend de nerf toont.
“Ik wil dat je twee robes des ceintures voor mij maakt Tédécé. Een zwarte en een rode.
Kun je ze volgend weekend af hebben?”
Overrompeld door de kordate uitspraak van nota bene een vrouw en de onverwachte opdracht stamelt François een haastig: “Ja, ja, zeker wel”, waarna Claire zich weer over de persoon achter de gordijnen wenst te ontfermen.

Sinds die eerste opdracht is er veel voor François veranderd. De zaken floreren weer, precies zoals Edlynne had verwacht. Maar er is veel meer anders dan anders. Als er klanten in de winkel zijn, spreekt Edlynne hem nog aan met monsieur François, maar de rest van de tijd heet hij Tédécé, of Tédécétje als ze hem extra liefkozend toespreekt.
Tédécé op zijn beurt is niet alleen blij met de toegenomen omzet, maar ook dat hij nu een mevrouw mag dienen, zijn eigen Mevrouw Edlynne. Het heeft zijn leven interessanter en rijker gemaakt dan al het extra geld van de nieuwe klandizie bij elkaar. Hij is zo energiek als een dertiger en zijn status als eeuwige vrijgezel heeft hij ook vaarwel mogen zeggen.
’s Avonds, als het werk gedaan is, mag hij voor zijn Mevrouw schetsen maken van nieuwe, uitdagende, gewaagde kostuums. De echte traktatie volgt als hij de eerste versies van zijn creaties om het lichaam van zijn Mevrouw mag passen en haar goedkeurende woorden zijn oorschelp vullen


La vie est belle…


© Thislexy, 2016.

1 opmerking:

  1. Genoten van de lichte toon en de leuke humor, originele invalshoek, vloeiende vertelling, heb er van genoten.

    BeantwoordenVerwijderen